zaterdag 26 april 2008

Werkgever heeft burn-out werknemer zelf in de hand?

Gedeeld belang
Een werkgever kan het burnout-risico van zijn werknemers sterk verminderen. Dit vergt echter aandacht voor een aantal zaken. Zo is het allereerst belangrijk dat de belangen van de werknemers en die van de organisatie parallel lopen. Oftewel: er moet voortdurend het idee zijn dat wat goed is voor de baas, ook goed is voor de werknemer, en vice versa uiteraard. Dit voorkomt dat bij een eventuele koerswijziging de werknemer met zichzelf in conflict komt.

Persoonlijke aandacht
Daarnaast is er in veel organisaties weinig aandacht voor medewerkers die hun verhaal kwijt willen. Dat komt omdat de drempel om over problemen te communiceren hoog ligt. Ook een grondig en uitgebreid inwerktraject voor nieuwe werknemers verkleint het risico op burnout sterk. Het is ook belangrijk om de hoeveelheid sturingsinformatie te doseren en controles, regels en rapportages niet de overhand te laten krijgen. Communicatie speelt een essentiële rol. De communicatiestructuur moet soepel zijn en vooral de interne communicatie moet de juiste balans hebben. We hebben al eerder iets geschreven over "aangeleerde hulploosheid". Bedrijven kunnen zichzelf beslist zo organiseren dat werknemers daar in ieder geval geen last van hoeven te hebben.

zondag 20 april 2008

Herken je burnout!

Symptomen
Je kunt bij jezelf vermoeden dat je (misschien) burnout bent geraakt als je bij jezelf o.a het volgende kunt waarnemen:

Zelfkritiek:
Je denkt over jezelf dat je er niks meer van kan, alles mislukt en wat je morgen gaat doen zal ook wel niet zo best zijn.

Inactiviteit:
Je doet minder als voorheen, waar je vroeger naar voren zou stappen blijf je nu liever op de achtergrond.

Terugtrekken:
Je bent altijd graag onder de mensen geweest en je had veel vrienden. Je komt tegenwoordig heel wat minder onder de mensen en je zoekt je vrienden niet meer op.

Stemmingsverlies:
Je ziet alles somber in en beleeft weinig of geen plezier meer. Voor je het weet ben je verdrietig.

Besluiteloosheid:
Je hakt geen knopen door, voor je gevoel kom je tot niets.

Geen leuk lijstje.
Als je dit zo ziet zou je denken dat je met een depressie te maken hebt en ja, depressie en burnout worden vaak verward, juist omdat de symptomen zoveel op elkaar lijken. Er is echter een groot verschil. Depressie is een meer willekeurige conditie, iets wat mensen gewoonweg kan overkomen, vaak voortkomend uit kleine foutjes in de biochemie. Burnout echter komt rechtstreeks voort uit het leven wat je tot dusver geleid hebt. Je hebt het jezelf in zekere zin aangedaan (niet expres natuurlijk). Het voordeel daarvan is in ieder geval dat het ook terug
beïnvloedbaar is: je kunt jezelf er geestelijk tegen wapenen. De al eerder vernoemde cognitieve therapie geeft de nodige handvatten.
Alzo: burnout: okee, kan de beste gebeuren. Echter: bij de pakken neer zitten: niet doen, het probleem is goed oplosbaar. Stap naar je huisarts of zoek een goede therapeut.

zondag 13 april 2008

Leer jezelf kennen

Iedereen heeft recht op zijn eigen favoriete denkfouten
Waarmee ik maar wil zeggen: iedereen denkt van alles over de wereld om hem heen. Van heel wat van die gedachtes mag je veilig aannemen dat ze wel min of meer kloppen. "Mijn moeder houdt van me" bv. is zo'n heel veilige gedachte, die klopt altijd wel. Maar wat je denkt over je sociale omgeving hoeft niet altijd zo vanzelfsprekend waar te zijn. Ikzelf bv. ben getrouwd met een echte afrikaanse en ik ga er altijd gemakshalve van uit dat niemand daar last van heeft of aanstoot aan neemt. Totdat er een moment kwam, enkele weken geleden dat we in een snackbar erg opzichtig niet werden bediend en we na een kwartiertje de zaak ietsje hongerig en zeer verontwaardigd, weer verlaten hebben. Kortom, je denkt dat discriminatie hier niet meer bestaat en je wordt er opeens pijnlijk mee geconfronteerd dat dat dus niet het geval is. Mijn denkfout was dus: met een afrikaanse vrouw kun je je altijd en overal vertonen. Als je merkt dat dat niet klopt, heb je daar flink last van.

Bewijs jezelf dat het waar is wat je denkt.
Dat is dus waar het voor een groot gedeelte om draait in de behandeling van burnout. Check gerust eens bij chef of collega's of die het net zo belangrijk en noodzakelijk vinden dat je elke avond een paar uur overwerkt. U begrijpt: het antwoord zou best wel eens mee kunnen vallen. Moet je als getrouwde vrouw nou echt elke avond om 18:00 stipt het warme eten op tafel hebben of..... U voelt wel: zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Ons leven kan vol zitten met gewoontes die ons vroeger of later tot last worden en die we dan vergeten te checken op hun noodzakelijkheid. Laat die lastige patronen bestaan of zelfs uitdijen, thuis of op je werk, dan leg je daarmee de basis voor een lastiger leven als nodig en uiteindelijk mogelijk de basis voor een burnout. Neem je echter geen genoegen met allerlei vanzelfsprekendheden, dan zul je zien dat je je eigen leven heel eenvoudig kunt verbeteren.

zaterdag 5 april 2008

Wat zullen ze wel niet van me denken.

Is de mening van anderen u veel waard?
Wat je zo kan noemen: een bekende energie-vreter. Burnout raken kun je onder meer zo opvatten als dat je (te) veel energie hebt besteed zonder er wat voor terug te krijgen. Je voortdurend laten leiden in al je doen en laten door wat jij denkt dat anderen over jou denken (ja, ja, het komt allemaal voor), dat kost kracht. Mijn vrouw bv. haalt altijd gauw nog even de stofzuiger door de kamer als ze weet dat er bezoek komt, altijd gesteld op het maken van een goede indruk, zelfs op de grootste barbaren. Nu is dat niet zo erg, maar als je je op je werk voortdurend voegt naar (onbewezen) gedachtes over wat jij zelf denkt dat collega's en/of chef wel niet van je werk denken, dan kun je misschien wel eens snel veel te veel gaan doen. Oftewel: gebruik je je energie dan wel goed?

Kom voor jezelf op!
Het is verbazingwekkend te zien hoe vaak nog mensen zich laten leiden door onbewezen vooronderstellingen en, sterker nog, er niet op komen deze gedachtes eens te toetsen. Goed zelfonderzoek kan er toe leiden dat je jezelf en je omgeving de juiste vragen gaat stellen. Cognitieve therapie is er juist op gericht dergelijke functionele vragen uit te lokken en beantwoord te krijgen. Het is dan ook geen wonder dat deze techniek in bijna iedere burnoutbehandeling wordt toegepast.

zondag 30 maart 2008

Wat doet de baas je aan?

Multi-disciplinair
Vorige week schreef ik dat een effectieve behandeling van burn-out altijd multi-disciplinair is. Een probleem met meerdere facetten dient ook op al die facetten aangepakt te worden. Wat toen niet ter sprake is gekomen is dat er heel vaak sprake kan zijn van een stevige mismatch tussen iemand's persoonlijke eigenschappen, verwachtingen en taakinvulling en de al dan niet impliciete verwachtingen die de werkomgeving heeft van de collega/werknemer. Als het burnout raken een relatie heeft met het moeten functioneren in een (grote) organisatie dan zal ook dat in de behandeling aandacht moeten krijgen.

Maar liefst 6 mogelijke verschillende factoren
Christina Maslach heeft een en ander al heel goed geformuleerd in haar boek: "The truth about burnout". Ze beschrijft het proces als volgt:
Een te grote werklast is bijna altijd het begin van burnout te raken. Iedereen heeft het altijd druk, druk, druk en onder budgettaire druk is modern management altijd doende met manieren te verzinnen om de mensen meer werk te laten doen in dezelfde hoeveelheid uren.
Dat leidt vanzelf tot de situatie dat de werknemers menen geen controle meer te hebben over hun werksituatie. Een volgende stap is dan dat je al heel snel gaat denken dat je toch wel heel slecht betaald wordt voor al je inspanningen en alle kopzorgen die de baas je er gratis bijbezorgt. Als je eenmaal op weg bent om zo te gaan denken kom je er al snel bij uit dat je aan het werk bent in een bijzonder oneerlijk systeem. Grotere organisaties kenmerken zich ook nog eens door een flinke onderlinge competitie. Het gevoel helemaal alleen te staan tussen een groot aantal concurrenten die het niet goed met je voorhebben kan al snel de kop opsteken. Tenslotte ga je steeds meer verschillen zien tussen datgene wat je zelf wilt bereiken in je werk en datgene wat je meent dat de organisatie wil bereiken als werkdoel.

Subjectief of objectief? En wat dan te doen?
De bovenstaande 6 factoren zijn uiteraard allemaal hoogst subjectief, ze maken deel uit van iemand's individuele ervaring. Neemt niet weg dat, als werknemers in een zekere regelmaat door een dergelijk intra-psychisch proces gaan, er wel een andere, meer objectiveerbare en arbeidsgerelateerde werkelijkheid achter moet zitten.
In mijn eigen praktijk bv. kreeg ik in een half jaar tijds veel verwijzingen van groepsleiders van een bepaalde instelling. Toen het klachtenpatroon in regelmaat gerelateerd werd aan bepaalde werkwijzes van die instelling heb ik uiteraard contact gezocht met de betreffende bedrijfsarts teneinde het management op dat patroon te gaan wijzen (overigens die keer helaas met niet al te veel resultaat).

maandag 24 maart 2008

Een veelvoud van mogelijkheden

Een haalbare aanpak
Is burnout nu iets wat makkelijk aan te pakken is of juist niet? Er zijn in ieder geval een groot aantal verschillende aanpakken beschreven en er zal al gauw een methode bijzitten die het voor u goed zal doen. Zo worden er genoemd: psycho-educatie, relaxatie-training, stressmanagement, cognitieve therapie, levensstijlverbetering, assertieve training, training sociale vaardigheden en zelfhulpgroepen. Nu zijn dit niet zonder meer vergelijkbare grootheden. Als de aanvankelijke analyse eenmaal is afgerond kunnen client en hulpverlener samen bepalen welke invalshoek de meest zinvolle lijkt. Overigens zal een beetje therapeut waarschijnlijk niet willen werken met een enkele methode, hij zal gauw streven een mix van diverse vormen aan te bieden. De meest gebruikelijke mix bevat in ieder geval cognitieve aspecten (onderzocht wordt of alles wat je over je situatie denkt, ook echt klopt), wat ontspanningstraining en beschouwingen over iemand's leefstijl.

Effectiviteit
Er wordt druk gestudeerd op de effectiviteit van de verschillende interventies. Waar burnout zo'n jong, maar maatschappelijk juist zeer serieus probleem is, mag je denken dat daar voorlopig het laatste woord nog wel niet over gesproken is. Als client kun je voor jezelf checken of je goed geholpen wordt als de aanpak niet eenzijdig is, maar er meerdere facetten van je probleem aan de orde worden gesteld.

zondag 16 maart 2008

Een kleine oefening

De wondervraag
De nu volgende kleine mentale oefening is een goed voorbeeld van hoe je zelf aktief met je burnout kunt omgaan.
Stel je de volgende situatie voor: Je wordt op een goede ochtend wakker en er is kennelijk een engel bij je langsgeweest. Al je problemen zijn verdwenen, als sneeuw voor de zon. Je voelt jezelf fit en uitgerust, het leven lacht je toe en je hebt zin om weer aan het werk te gaan. De vraag die je je dan vervolgens moet stellen is: Wat is er nu precies veranderd waardoor het nu opeens weer beter is. Als je dan goed gaat nadenken kom je vanzelf uit bij een aantal dingen die je zelf anders bent gaan zien of doen. Het is verder aan te bevelen deze oefening meerdere malen te herhalen, waarschijnlijk kom je niet in een keer tot al je inzichten.

Een mooi voorbeeld
In mijn praktijk maak ik uiteraard ook wel gebruik van dergelijke vraagjes. Een van mijn klanten was serieus burnout geraakt, maar dat had in zijn geval niet speciaal met werklast te maken maar meer met wat hij zichzelf allemaal oplegde. Ik leerde hem kennen als een mentaal hoogst actieve man, die voortdurend nieuwe ideeën had en die door het uitwerken daarvan zeer in beslag genomen kon worden. Niet alles werd uiteraard succesvol en op een gegeven moment sloeg burnout toe. Na enkele weken in behandeling, nadat we zijn situatie goed hadden kunnen anslyseren, was hij in staat met de wondervraag te gaan werken.
Mijn klant kwam toen al snel met het inzicht dat hij wat minder impulsief met zijn geesteskinderen moest omgaan. Het krijgen van ideeën stopzetten hoefde uiteraard niet, maar even checken bij collegas en even zelf een paar dagen overdenken, dat kon wel degelijk. Het gaan handelen naar juist dat inzicht vormde vervolgens een belangrijk onderdeel in zijn herstelproces.

zondag 9 maart 2008

Burnout breidt zich uit!

Nieuwe beroepsgroepen "aangetast"
We zien de laatste 15 jaar een verschuiving in het voorkomen van burnout. Waren het voorheen de klassieke dienstverlenende "softe" beroepen, we zien nu met name in grote organisaties dat ook personeel met een administratief of technisch beroep burnout raken. De vraag is dan natuurlijk waar dat mee te maken kan hebben?

De wereld wordt kleiner, de concurrentie groter
Met de opkomst van de globalisering en de explosieve groei van de (informatie)technologie zien we dat bedrijven zich omringd weten door meer en meer concurrenten. Vele bedrijven vertonen daarop zeer klassiek gedrag: ze proberen de kosten te verlagen en de productiviteit per medewerker te verhogen. Dat laatste doen bedrijven en instellingen vaak erg kort door de bocht. Ze vragen meer resultaten, meer producten per medewerker, zonder dat ze veel investeren in werkwijzes om dit ook mogelijk te maken. Bijna iedere werknemer van een groot bedrijf kan vertellen dat er meer van hem gevraagd wordt dan 20 jaar geleden. Kortom, de werkdruk is flink gestegen over de hele linie. Dat meer en meer werknemers dit niet bijhouden en burnout raken is alleen daarom al niet verwonderlijk.

Het werk verandert van kwaliteit
Daarnaast zijn intermenselijke relaties en processen steeds belangrijker geworden op de werkvloer. In bedrijven hanteert men nu vaker het begrip "interne" klant. Oftewel, er is een andere beroepsgroep of afdeling die op de resultaten van jouw werk zit te wachten, om zelf weer wat te kunnen presteren. Als je de interne relaties in een bedrijf dus zo definieert, moet je verwachten dat je je medewerkers in een soort permanente "onderhandelingssituatie" plaatst. En daar schuiven we dan naadloos terug naar het begin van het verhaal: het is het contact met anderen, naast hoge werkdruk, wat de belangrijkste veroorzakende en instandhoudende factor is. Bedrijven en instellingen zouden bij hun personele zorg daar meer aandacht voor mogen hebben dan nu gebeurt.

zondag 2 maart 2008

Werklast of juist te grote inzet?

Vraag en aanbod
Burnout raken heeft duidelijk te maken met een direct contact met anderen waarbij er steeds een afhankelijkheidsrelatie is. Die "ander" wil iets van de "professional", of die professional nu een advocaat, een groepsleider, een verpleger of een maatschappelijk werker is. De professional op zijn beurt voelt zich aangesproken en gaat aan het werk om de "klant" genoegdoening te geven. Tot zover niets aan de hand, de wetten van vraag en aanbod zouden hier hun werk moeten doen, zou je denken.

Inzet
De omgang en de relaties tussen de mensen zijn nu eenmaal niet zo simpel als je zou denken. Elke klant is anders en niemand mag verwaarloosd worden. En, vergeet niet, juist in de mate waarin je je best doet voor je klant(en) kun je laten zien aan jezelf, aan collega's, familie van klanten, klanten zelf en wellicht je werkgever, wat een goede ... (advocaat etc.) je wel niet bent.
Hoe harder je je best evenwel doet, hoe groter ook je emotionele betrokkenheid. De klant communiceert een bepaalde behoefte, een soort tekortkoming en de professional gaat daarop in. Of het nu lukt om de vraag feitelijk te beantwoorden of niet, bij de volgende ontmoeting zal de professional in ieder geval erg zijn best doen om over het voetlicht te brengen dat hij er alles aan gedaan heeft. Een vicieuze cirkel van onoplosbare vragen (klant) en daaropvolgend weggegooide energie (professional) kan bijzonder makkelijk ontstaan. Over de uiteindelijke gevolgen voor de psychische conditie van de hulpverlener hoeven we het wel niet te hebben.

Kwetsbare beroepen
Nu we het er toch over hebben: het boven geschetste communicatieve patroon van het besteden van mentale energie komt natuurlijk in sommige beroepsgroepen meer voor als in andere. Ik noem eens even: verplegers, groepsleiders, maatschappelijk werkers, geestelijk verzorgers, advocaten, leraren, psychologen. Opvallend afwezig in dit rijtje zijn de artsen, althans in mijn ervaring raken die zelden of nooit burnout. Hun beroepscode schrijft hen zeer dwingend voor altijd door te sjouwen en hun opleiding is er kennelijk beter op gericht de valkuil van een te grote emotionele betrokkenheid te vermijden.

maandag 11 februari 2008

Maslach

MBI
Ik sprak al eerder over de MBI, de Maslach Burnout Inventory, het algemeen erkende meetinstrument inzake burnout. Het is een lijst van nog geen 30 vragen die over drie onderwerpen of dimensies iets zeggen:

Emotionele uitputting
Dit heeft betrekking op het gevoel helemaal leeg te zijn vanwege het werken met anderen. We zagen dat burnout aanvankelijk beschreven werd als behorend bij verzorgende beroepen, nog steeds het meest bekende onderdeel van het burnout-zijn.

Depersonalisatie
Oftewel men heeft een cynische en afstandelijke houding ontwikkeld naar de mensen toe met wie men werkt. Het geloof in de ander is op en je ziet dat niet gauw meer terug komen.

Verminderde persoonlijke bekwaamheid
Je twijfelt sterk aan je eigen competenties, je denkt dat je er niets meer van bakt, je kunt niet goed meer met je patienten, leerlingen etc. om gaan.

Betrokkenheid en meer
Vreemd genoeg komt betrokkenheid hier niet in voor, terwijl dat juist het begrip lijkt te zijn waar alles om draait. Immers, een overmaat aan betrokkenheid is normaal gesproken de eerste stap in het burnout geraken. Dit is vooral voer voor de wetenschappers, die psychologische meetinstrumenten ontwerpen. Merkwaardig is ook dat de MBI gezien wordt als het meetinstrument maar dat er nu ook onderzoekers zijn die betogen dat het wezen van burnout juist zit in de combinatie van uitputting en emotionele distantie. Dan zou burnout dus geen drie, maar slechts twee dimensies kennen. De essentie van burnout zou dan zijn dat er een gebrek aan handelingsvermogen is, gecombineerd met een gebrek aan motivatie. Oftewel: bij burnout denken we aan een energetisch en een motivationeel aspect, wat behandeling eigenlijk wel vereenvoudigt.

donderdag 7 februari 2008

Betrokkenheid, vloek of zegen?

Emotioneel zwaar werk
Een erkende en bekende oorzaak in het opbouwen van burnout. Sommige beroepen, onderwijs, verpleging e.d. vragen kennelijk een meer als normale persoonlijke betrokkenheid bij de leerlingen of patiënten. We kunnen ook zeggen dat deze beroepen die betrokkenheid juist uitlokken. Binnen de beroepsgroep wordt vaak beleden dat zonder inzet en betrokkenheid je geen goede onderwijzer, verpleger of noem maar op kunt zijn. De perspectieven waaronder je je beroep moet uitoefenen zijn aldus onuitgesproken maar zeer duidelijk aanwezig en van een morele waardering voorzien. Jonge beroepsbeoefenaren gaan zich zeer makkelijk naar dit impliciete ideaalbeeld gedragen. Je bent jong en je houdt dat makkelijk een paar jaar vol. Maar, ga er maar eens aan staan, geven, geven en nog eens geven zonder terug te krijgen.

De zogenaamde professionele instelling
Je kunt dus als beroepsbeoefenaar makkelijk klem komen te zitten. Om het nog wat erger te maken wordt ons zo de laatste 10 of 20 jaar geleerd dat we ons moeten gedragen als "echte" professionals. Deze "echte" professional is al net zo'n verzinsel als de verplichte inzet die je zogezegd moet betonen. De impliciete veronderstelling achter deze professional is dat iemand in staat moet zijn 8 uur daags zich emotioneel helemaal te leeg te werken voor de leerlingen, patienten etc. Vervolgens moet hij ook in staat zijn om, liefst na een beetje overwerk, de deur achter zich dicht te trekken om zich van de ene minuut op de andere nergens meer druk over te maken.

Dilemmas
Helaas is er geen enkele school of opleiding ter wereld die ons leert hoe dat moet, je emoties op commando afsluiten. Als je dus blijft geloven en handelen zoals je dat steeds deed en je niet van de impliciete paradoxen bewust wordt waarin je jezelf misschien wel steeds verder verstrikt, kun je natuurlijk heel makkelijk burnout geraken, eenvoudigweg omdat je voor jezelf geen uitweg meer kunt onderscheiden.

Hoe lossen we dat nou op?
Wat natuurlijk enorm helpt is dat je je werkelijk bewust wordt van je eigen situatie. Als je voor jezelf kunt benoemen dat je je laat leiden door impliciete, onuitgesproken wetmatigheden, in plaats van de clausules uit je arbeidscontract, ben je al een heel eind verder. Om zo ver te komen moet je in ieder geval uitgebreid in gesprek gaan met lotgenoten of wellicht hulpverleners. Het is bekend dat het nu eenmaal niet eenvoudig is om helemaal op eigen kracht die impliciete wetmatigheden te leren zien en te begrijpen wat hun invloed is.

zondag 27 januari 2008

Een beetje geschiedenis

Een jong syndroom
Het burnout syndroom is als erkende psychische ziekte nogal jong. Voor WO2 lijkt het eenvoudigweg niet bestaan te hebben. In de literatuur vinden we dan opeens een boek van Graham Greene, “A Burnt Out Case” waarin een hoofdpersoon figureert die volledig gedesillusioneerd en cynisch met zijn westerse bestaan afrekent.

Freudenberger
Later beschrijft Freudenberger in 1969 voor het eerst dat hulpverleners in de drugsscene binnen de kortste keren verworden van idealisten tot onverschillige en afstandelijke functionarissen die bovendien meer als gemiddeld last hadden van allerlei kwaaltjes: slapeloosheid, achterdocht, hoofdpijn e.d. Opvallend is verder dat, toen hij voor het eerst de term “burnout” gebruikte, hij daar direct respons op kreeg, het woord werd makkelijk herkend voor de mentale staat die het aanduidde. Freudenberger zelf beschreef vele gevallen en benadrukte dat het steeds sterk betrokken mensen waren die het beste van zichzelf gegeven hadden vanuit een grote betrokkenheid met hun opdracht. Op die manier burnout raken betekende in ieder geval dat je heel veel gedaan had met de beste bedoelingen en kon dus zelfs een soort verontschuldiging opleveren.

Maslach
De andere grote naam in het onderzoek naar burnout is Christina Maslach, een Amerikaanse psychologe die vooral bezig is geweest met het meetbaar en dus inzichtelijk maken van het verschijnsel. Ze ontwierp daartoe de zg. Maslach Burnout Inventory, een vragenlijst die internationaal gezien wordt toonaangevend. In het Nederlands is er een vertaling van deze vragenlijst in gebruik, de zg. UBOS (Utrechtse Burn Out Schaal)

zondag 20 januari 2008

Aangeleerde hulploosheid

Dierexperimenten
Rond de tijd dat in de jaren ‘70 het begrip burnout voor het eerst beschreven werd, deed een Amerikaanse psycholoog, Seligman, een aantal dierexperimenten die vandaag op heden sterk zouden worden afgekeurd door de Partij voor de Dieren. Ze kwamen, kort samengevat hierop neer:

Aangeleerde hulploosheid
Honden werden opgesloten in een hok en kregen in een onvoorspelbaar ritme, zachte elektrische schokken toegediend. Uiteraard probeerden ze aan hun situatie te ontsnappen maar als ze eenmaal het onvermijdelijke van hun situatie hadden geleerd gingen ze zich daar ook naar gedragen. Ze werden apathisch, legden zich op de grond en begonnen te kermen. Kortom, ze vervielen tot een toestand die we berustend, apathisch, hopeloos of zelfs depressief zouden kunnen noemen. In een later stadium kregen ze wel de kans om te ontsnappen doordat ze fysiek de mogelijkheid kregen uit de kooi te ontsnappen. Het bleek dat ze daar geen gebruik meer van (konden?) maken, omdat ze kennelijk geleerd hadden dat, wat ze ook deden, het toch allemaal geen effect meer had. Seligman noemde deze conditie “aangeleerde hulpeloosheid”

Aangeleerd optimisme
Een andere groep honden had daarentegen van begin af aan de ontsnappingsmogelijkheid wel gehad. Deze slaagden er steeds in, als ze ‘geschokt” werden, te gaan ontsnappen en bleven dus, als het ware, optimistisch. Ze hadden geleerd dat initiatief beloond wordt.

Parallel met burnout
De parallel met het burnout worden zal u niet ontgaan. Ook mensen kunnen, zeker in hun beroepsleven, in situaties komen, waarin ze merken dat, wat ze ook proberen, hun situatie niet verbeterd. Tegelijkertijd zorgt de loonafhankelijkheid ervoor dat ze menen geen keus te hebben.

zaterdag 19 januari 2008

Persoonlijkheid?

Het inzicht groeit meer en meer binnen de studie van burnout dat sommige persoonskenmerken op de een of andere manier een verhoogd risico op burnout met zich meebrengen.

Perfectionisme
is er daar een van. Denk u maar eens in dat u van zichzelf vindt dat alles wat u doet liefst voor 110% goed moet zijn en leef daar dan maar eens naar. U zult weinig vrije tijd over houden, u zult vaak teleurgesteld raken in uzelf en dik kans dat in uw omgeving niemand uw goede bedoelingen en inspanningen in de gaten heeft. Denk u vervolgens eens in dat u de zaken al 20 jaar zo aanpakt, wat dat voor energie gekost heeft en wat dat u opgebracht heeft. Voelt u de uitputting al toeslaan? Als ik daar op het spreekuur eens op doorvraag zeggen veel klienten dat achter dat perfectionisme nog wat anders zit. Dergelijke perfectionisten blijken vaak gevoelig voor

Sociale perspectieven.
Een duur woord, jawel. Ik leg dat meestal uit door het stellen van de vraag: "Kijkt u vaak naar u zelf door de ogen van een ander?" Oftewel, zit u voortdurend te denken: "Wat zal die en die daar wel niet van zeggen?" Als dat voor u inderdaad een sterk motief is, als u inderdaad uw doen en laten sterk (mede) laat bepalen door dergelijke overwegingen, dan is de kans natuurlijk groot dat u tegen uw eigen idee ingaat. Ook dan is de kans weer groot dat u uw energie niet goed gebruikt. Af en toe niet erg, we doen het allemaal wel eens, maar als dat een levenslang uitputtend gedragspatroon oplevert kan het u natuurlijk vroeger of later lelijk opbreken

zondag 13 januari 2008

Herken uw burnout!

Ja, dat helpt natuurlijk wel, als je tijdig bij jezelf kunt signaleren dat je in een neerwaartse spiraal zit, die tenslotte kan eindigen in een complete burnout. In een dergelijk proces zijn grosso modo 7 fases te onderscheiden, van lichte opwinding in het begin tot complete wanhoop op het eind. Hier komen ze eens:

1) Waarschuwingssymptomen.
Een groot engagement voor uw taak met tegelijk het idee de zaken steeds maar weer niet goed af te krijgen. Tegelijkertijd begint u te merken dat u energie tekort komt of voortdurend onuitgeslapen bent.

2) Verminderd engagement/terugtrekken.
U wordt cynisch en minder positief naar uw omgeving, er komt een zekere tegenzin voor in de plaats. Pauzes worden langer, u gaat veel waarde hechten aan weekend en vrije tijd. Het idealisme neemt af.

3) Emotionele reacties, anderen zijn het schuld.
Er komen depressieve kenmerken op: zelfmedelijden, geen humor meer, stemmingswisselingen. Daarnaast kunnen er agressieve uitingen komen: anderen zijn de schuld van alles, er ontstaan conflicten en u wordt prikkelbaar.

4) Verzwakking.
Concentratie en geheugen gaan achteruit, u verliest initiatief en creativiteit en uw waarnemingen worden steeds ongenuanceerder.

5) Vervlakking.
U wordt steeds onverschilliger en u vermijdt sociale contacten. Hobby's worden opgegeven.

6) Psychosomatische reacties.
Slaapstoornissen, hartkloppingen, benauwdheid, gespannen spieren, rug- en hoofdpijn, misselijkheid, darmklachten, meer alcohol, koffie, tabak of drugs, sexuele problemen en ga zo nog maar even door.

7) Vertwijfeling.
Een volledige negatieve kijk op het leven, gevoelens van hopeloosheid en zinloosheid, evt. zelfmoordgedachten.

Laat het dus niet zo ver komen. De ervaring leert echter wel dat mensen of betrekkelijk snel (fase 1, 2 of 3) aan de bel trekken of veel te laat (fase 6 is krachtig ingezet). Herkent u dit proces bij u zelf, aarzel niet en ga eens praten met huisarts of personeelswerker.

vrijdag 11 januari 2008

Contact met de baas!

Daar zit je dan thuis, opgebrand en wel. Je voelt je beroerd en als je aan het werk denkt wordt je compleet opstandig. Na een paar weken roept de bedrijfsarts je op voor een consult en wat gebeurt? Ijskoud adviseert deze je om eens naar het werk te gaan om "koffie te drinken". Eigenlijk heb je er geen zin in, maar twee dagen later belt de chef je met dezelfde vraag. Je denkt: "vooruit dan maar", je gaat... waarempel, het valt allemaal best mee, maar je bent wel blij als je na een half uurtje weer naar huis kunt.

Is u dat ook overkomen? Zag u aanvankelijk ook het nut niet van contact met de baas? In het moderne reintegratieproces wordt hier juist flink de nadruk op gelegd. Werknemers vinden de weg terug naar de werkvloer juist een stukje makkelijker als ze, in ieder geval psychologisch, niet heel ver van de werkplek zijn afgeraakt. De emotionele aversieve overreactie, die zich makkelijk kan opbouwen na een langdurige afwezigheid, wordt hiermee vaak goeddeels voorkomen

donderdag 3 januari 2008

Stress?

Wielrenners!
Burnout en stress zijn twee begrippen die behoorlijk wat met elkaar te maken hebben. Iemand die serieus burnout is geraakt zal zeker op de werkplek langdurig en herhaaldelijk hoge stress ervaren hebben. De enorme vermoeidheid die vaak gepaard gaat met burnout is makkelijk verklaard in de spreekkamer als een reactie op langdurige overbelasting. Maar hoe zit dat nu echt? Wielrenners die net de Tour de France hebben gereden rijden de week daarna weer vrolijk fluitend rondjes om de kerktoren in een plaatselijk dorpscriterium; overigens echt niet zachtjes. De mens kan zichzelf dus verbazingwekkend snel herstellen. Maar, hoe zit dat dan precies, hoe komt het nu dat je op een gegeven moment gewoon niet meer herstelt? Hoewel we dat nu ook weer niet helemaal precies weten is er de laatste jaren wel heel wat ontdekt.

Oost-Afrika
Om een beetje te begrijpen wat er dan gebeurt moeten we even terug in de tijd, namelijk naar de periode dat onze voorouders op twee benen gingen rondlopen in het Oost-afrikaanse steppelandschap. Nog niet in het bezit zijnde van instrumenten voor verdediging of vervoer, moest hij wel vertrouwen op het eigen lichaam. Bij dreigend gevaar of bij noodzakelijke actie (de jacht!) moest hij dus in staat zijn het eigen lichaam optimaal in te zetten. In vakjargon spreken we dan over de zg. fight-or-flight (vecht-of-vlucht) reactie. Het lichaam prepareert zichzelf daarbij onwillekeurig voor explosieve en intensieve actie. Oftewel: we gaan sneller ademen, het hart gaat harder kloppen, we gaan zweten om onze lichaamswarmte sneller af te voeren, kortom, we maken ons klaar voor de strijd (of om snel weg te lopen natuurlijk). Al deze lichamelijke reacties worden opgeroepen doordat we in versneld tempo bepaalde hormonen, het zg. adrenaline maar ook het noradrenaline gaan afscheiden. Op de Oost-afrikaanse steppes werden de zaken snel afgehandeld en kon het lichaam daarna weer terugkeren naar de "rust-stand".

De moderne steppe
In onze moderne samenleving organiseren we de zaken echter zodanig dat we onszelf wijsmaken dat de zaken erg snel, erg vaak en erg landurig heel erg spannend worden. Aangezien we de werkplek benoemd hebben als vitaal voor ons overleven, roepen we daar dusdoende in grote regelmaat en langdurig de "fight-or-flight" reactie op. Bijkomend "voordeel" is dan weer dat we onszelf tracteren op lustige doses (nor)adrenaline die op een bepaalde manier zelfs verslavend kunnen werken (vraag uw buurman eens waarom hij ook 's winters met vriesweer een rondje gaat hardlopen). Research van de laatste jaren wijst echter ook uit dat een te overvloedige aanwezigheid van de stresshormonen in het lichaam een negatieve invloed kan hebben op het totale immuun-systeem. Oftewel: langdurige stress lijdt tot verhoogde vatbaarheid voor allerlei andere kwaaltjes.

Kwaaltjes
En dit nu is precies wat ik zie in de spreekkamer: het eerste consult levert vaak een fraaie staalkaart van diverse kwaaltjes op, van migraine via maagzweren naar impotentie of krampen in de kuiten. Overigens: naarmate het inzicht in het herstelproces groeit en de juiste ontspanning wordt gevonden verdwijnen veel van deze aanvangsklachten redelijk snel na aanvang behandeling in het verloop van de eerste een of twee maanden.