zondag 20 januari 2008

Aangeleerde hulploosheid

Dierexperimenten
Rond de tijd dat in de jaren ‘70 het begrip burnout voor het eerst beschreven werd, deed een Amerikaanse psycholoog, Seligman, een aantal dierexperimenten die vandaag op heden sterk zouden worden afgekeurd door de Partij voor de Dieren. Ze kwamen, kort samengevat hierop neer:

Aangeleerde hulploosheid
Honden werden opgesloten in een hok en kregen in een onvoorspelbaar ritme, zachte elektrische schokken toegediend. Uiteraard probeerden ze aan hun situatie te ontsnappen maar als ze eenmaal het onvermijdelijke van hun situatie hadden geleerd gingen ze zich daar ook naar gedragen. Ze werden apathisch, legden zich op de grond en begonnen te kermen. Kortom, ze vervielen tot een toestand die we berustend, apathisch, hopeloos of zelfs depressief zouden kunnen noemen. In een later stadium kregen ze wel de kans om te ontsnappen doordat ze fysiek de mogelijkheid kregen uit de kooi te ontsnappen. Het bleek dat ze daar geen gebruik meer van (konden?) maken, omdat ze kennelijk geleerd hadden dat, wat ze ook deden, het toch allemaal geen effect meer had. Seligman noemde deze conditie “aangeleerde hulpeloosheid”

Aangeleerd optimisme
Een andere groep honden had daarentegen van begin af aan de ontsnappingsmogelijkheid wel gehad. Deze slaagden er steeds in, als ze ‘geschokt” werden, te gaan ontsnappen en bleven dus, als het ware, optimistisch. Ze hadden geleerd dat initiatief beloond wordt.

Parallel met burnout
De parallel met het burnout worden zal u niet ontgaan. Ook mensen kunnen, zeker in hun beroepsleven, in situaties komen, waarin ze merken dat, wat ze ook proberen, hun situatie niet verbeterd. Tegelijkertijd zorgt de loonafhankelijkheid ervoor dat ze menen geen keus te hebben.